Compagnonsvaarten en Droge Turfwinning

In de 16e eeuw waren de gebieden langs de Beekdalen al enige eeuwen bewoond. Die waren in de Middeleeuwen vanuit de beken gekoloniseerd. Langs de beken lagen hooilanden, de boerderijen stonden ver van de beek, op zandkoppen en in lange linten, hogerop in de flank van het dal. Bodemdaling, veroorzaakt tijdens de voortschreidende ontginning gaf wateroverlast, zodat ze gedwongen waren naar hogere grond te verplaatsen. In het oosten en op de rug tussen de Boornevallei en de Tjongervallei, lagen nog uitgestrekte hoogvenen. Het zure water dat uit de hoogvenen lekte, werd uit de bewoonde gebieden gehouden met Leidijken. Tegen de Leidijken lagen vaak Boekweitakkers. Op sommige plaatsen was de grond dusdanig verschraald dat er Heidevelden waren ontstaan.

Turf die uit hoogveen werd gestoken was een prima brandstof. Door groeiende welvaart in de Hollandse Steden was de vraag groot. De Friese initiatiefnemer Pieter Hettes van Dekema richtte in 1551, samen met geldschieters Cuyck en Foeyts uit Utrecht, een compagnie op om land aan te kopen en het hoogveen te af te graven. Daarmee brachten ze een tweede ontginningsgolf op gang. Vanuit Heerenveen, langs de route van Zwolle naar Leeuwarden, werden twee kanalen gegraven. In oostelijke richting de Schoterlandse Compagnonsvaart, om het veen droog te leggen en in noordelijke richting de Hearresleat, met een aansluiting op de Boorne. De Turf kon zo naar het westen worden vervoerd. In de hoek tussen de twee vaarten ontstond later Heerenveen als kanaaldorp.

70 jaar nadat men begonnen was met het graven van de Schoterlandse Compagnonsvaart werd begonnen met nog twee vaarten. In de daarop volgende 250 jaar, vraten de Opsterlandse Compagnonsvaart (1630) en de Drachtster Compagnonsvaart (1641) zich langzaam door het hoogveen. Dorpen langs de vaarten profiteerden van de ontginningen met een toenemende welvaart en groei. Bebouwing concentreerde zich langs de kanalen, die de beste route door het gebied waren. Vanaf 1950 was er pas sprake van enige komvorming bij sommige dorpen.

Compagnonsvaarten en Droge Turfwinning

Bronnen voor het samenstellen van het kaartje:

De ligging van de donkere hoogveengebieden is gereconstrueerd met behulp van de Schotanus-Halma-atlas 1718. In 1718 waren grote delen hoogveen nog niet ontgonnen. Op de kaarten in deze atlas staan ze ingetekend, ook de vordering van de ontginning is aangegeven. De groene gebieden in het westen zijn de veenpolders. Data van het Wetterskip Fryslân is gebruikt om die gebieden in te kunnen tekenen. De Veenpolders zijn voormalige ontginningen van laagveen, waarvan de grootschalige exploitatie in 1751 op gang kwam. Rond 1700 lagen hier nog nog hooilanden, drassige weilanden en kleine particuliere verveningen. Meer hierover bij vervening van het laagveen.



Verklaring van de nummers

1 Schoterlanse Compagnonsvaart:
De vaart is niet meer bevaarbaar. Het gestippelde stuk bij de Knipe is gedempt, op veel plaatsen in de vaart liggen dammen en stuwen. Landschappelijk interessant is het deel bij Jobbegea. Daar zijn alle wijken (zijvaarten) nog aanwezig.

2 Opsterlandse Compagnonsvaart:
In 1974 waren er plannen de vaart te dempen. Dankzij Pater van Ulden is dit voorkomen. De vaart is nu een toeristische vaarroute. Om de 12 meter hoogteverschil te overbruggen zitten er 9 sluizen in de vaart. De tocht van Gorredijk naar Smilde is tijdrovend vanwege de vele sluizen en bruggen die veelal zelf bediend moeten worden.




3 Drachtster Compagnonsvaart:

Ook deze vaart is niet meer bevaarbaar. Het eerste deel van het traject is gedempt, in de rest liggen vele dammen en duikers. De naam Drachtster Compagnonsvaart wordt niet gebruikt, officiële namen zijn: Bakkefeanster Feart, Mandewyk, Haulerwijkstervaart, en de Elleboog.

Er was een stevige concurentie onder de compagnons. De Opsterlandse Compagnon wilde naar Bakkefean maar ze werden opgehouden bij Lippenhuizen. Toen er weer verder gegraven kon worden was men vanuit Drachten al bij Bakkefean. Er werd besloten om naar het zuiden af te buigen. Rond 1950 is een verbinding met de Schoterlandse compagnonsvaart gemaakt maar deze is nu niet meer bevaarbaar.

Fryslansite ©Hendrik van Kampen