Kaart met enkele dorpen rond de Friese Meren

Legenda:

Strandwal Strandwal
Pleistocene zandgronden Zandgrond
Stuwwallen uit het Saalien Stuwwallen
Veen Veen
Zee Geulen en prielen
Intergetijdengebied Intergetijdengebied
Zeekleivlakte Kwelder
Kwelderruggen en oeverwallen Kwelderruggen en oeverwallen
Zeedijken Zeedijken
Bedijkte polders Bedijkte kwelders

Onder het kaartje zitten de namen van ongeveer 175 meren en plassen verborgen. Die maak je zichtbaar door met de cursor een meer aan te wijzen.

- Van nog aanwezige meren zie je de Friese
  naam met daarachter een Nederlandse
  naam als die er is. De kaart toont de vorm
  zoals die in 1718 is vastgelegd
- Van drooggelegde of dichtgegroeide meren
  zie je de naam van de Schotanuskaart met
  daarachter: (Schotanus 1718). Soms gebruik
  ik een naam van de topografische kaart uit
  1850. Eventuele alternatieven staan
  er achter.

Bronnen:
- Paleogeografische kaart van Nederland: 1500 n.Chr.
  • Vos, P., M. van der Meulen, H. Weerts en
  J. Bazelmans, 2018: Atlas van Nederland in het
  Holoceen. Landschap en bewoning vanaf de laatste
  ijstijd tot nu, Amsterdam (Prometheus).
- Schotanus-Halma-Atlas 1718
- Friese Dijken - Noordboek 2020
  E v.d. Laan-Meijer, M Schroor, W Ottens, J. Bokma
- Cultuurhistorische kaart Fryslân: Dijken
- Topotijdreis.nl

Kaart met enkele dorpen rond de Friese Meren

Dit kaartje geeft een impressie van de situatie in het merengebied aan het eind van de 17e eeuw. Het Friese Merengbied is het gevolg van landbouwontginningen in de venige laagte tussen zand en kwelder. De meeste meren onstonden daarna door bodemdaling en stormvloeden waarbij stukken veen werden weggeslagen. Hierbij is ook klei over het landschap afgezet. De tegenwoordig bekende watersportdorpen in het gebied waren eerder centra van landbouw, visserij en handel. De Alde Feanen rond Earnewâld, tegenwoordig ook een bekend knooppunt voor de watersport, bestonden aan het eind van de 17e eeuw nog grotendeels uit lage drassige hooilanden. De grootschalige industriële afgraving van laagveen moest nog beginnen.

Om deze kaart te maken heb ik de Schotanuskaart van 1718 over blad 1500 n.Chr. van de Paleogeografische kaart van Nederland gelegd en een groot aantal verdwenen meren toegevoegd. In 1718 waren veel kleine- en middelgrote plassen nog niet ingepolderd, de bekende grote meren lagen er vrijwel hetzelfde bij als tegenwoordig. In het oosten was men begonnen met het grootschalig steken van turf in de hoogvenen. Vanuit It Hearrenfean steekt de Schoterlanse Compagnonsvaart met wijken als een visgraat in het hoogveen, vanuit het noorden komt de Opsterlandse Compagnonsvaart die in hetzelfde veengebied actief is. Ook in het noorden bij het Burgumermar (de Leien) en in het zuiden in de Rottige Meente zien we sporen van turfwinning.

Fryslansite ©Hendrik van Kampen