De Paesens
In het oosten van Fryslân liep de Paesens, op de foto het restant hiervan. De Paesens was rond het begin van de Christelijke jaartelling een grote, belangrijke slenk die liep van Dokkum naar de Waddenzee. Hij moest met een boog om het puntje van de grote kwelderrug heen die rond Oostergo ligt. Het oostelijke puntje van de rug eindigde die als een soort schiereiland dat in de lage kwelder stak. Op die punt ligt het dorp Nes waarvan de kerktoren achterin de foto net nog zichtbaar is (zie ook op het kaartje). Op het Algemeen Hoogtebestand van Nederland (AHN3) is de hoogte van het schiereiland nog goed te herkennen. Rond de Peasens lag een laag kweldergebied met slikken dat door vele geulen en prielen werd doorsneden. Langs de geulen ontstonden kwelderruggen, die kriskras door het landschap de loop van de geulen volgden. Dit lage gebied was pas geschikt voor permanente bewoning toen de kwelder flink begon op te slibben.
In de Middeleeuwen was het gebied al behoorlijk hoog geworden en was de Paesens niet meer geschikt als vaarroute. De belangrijkste verbinding met de zee voor Dokkum werd het Dokkumer Grootdiep die in het oosten uitkwam in de Lauwerszee. De afwatering ging nog via de Paesens. Door het opslibben aan de kust gaf dit steeds meer problemen. Vanaf de 13e eeuw werden westelijk van Dokkum met verschillende sluizen in de Dokkumer Ee (Rood 7 op het kaartje) pogingen gedaan de wateroverlast te beperken. In 1583 werd een Zeesluis aanglegd in het centrum van Dokkum. Rond het Dokkumer Grootdiep lagen zeedijken die regelmatig doorbraken. Het oosten waterde af via een andere slenk bij Eanjum, die met de sluis bij Esumasyl in het Lauwersmeer uitkwam.
Keywords: Paesens, Kwelder, Slenk, Kreek, Geul, Verbinding, Dokkum, Waddenzee, Verzanden, Afwatering
|